Grens NHG naar 310 duizend euro

De almaar stijgende huizenprijzen rekken de kostengrens voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) steeds verder op: per 1 januari gaat deze van 290 duizend euro naar 310 duizend euro of 328 duizend voor een woning met energiebesparende oplossingen.

Extra zekerheid

De Nationale Hypotheek Garantie (NHG) biedt, kort gezegd, een stukje extra zekerheid om het kopen van een eigen woning minder ‘financieel stressvol’ te maken. Bij het kopen van een huis hoort immers in verreweg de meeste gevallen het aanvragen van een hypotheek. Voor dit laatste wordt gekeken naar de (financiële) situatie van de aanvrager op dat moment. Een situatie die bij wijze van spreken een week na het betrekken van de woning alweer totaal anders kan zijn, bijvoorbeeld door plotselinge arbeidsongeschiktheid, scheiding of het overlijden van een partner.

Restschuld

Deze gebeurtenissen kunnen de afbetaling van een hypotheek onmogelijk of zeer moeilijk maken, waarna de verkoop van het huis de enige optie lijkt. En zeker als er haast bij is, kan een verkoop leiden tot een prijs die lager ligt dan wat je er eerder voor hebt betaald. Dit heet een restschuld en NHG kan deze voorschieten of zelfs kwijtschelden. Let wel: ook al heb je NHG, dan nog ben je in eerste instantie altijd zelf verantwoordelijk om oplossingen te vinden voor financieel moeilijke situaties. Bijvoorbeeld door in vroeg stadium contact op te nemen met je geldverstrekker. NHG geeft dan een steuntje in de rug. Voor de precieze voorwaarden kun je terecht op nhg.nl of – nog beter – bij je financieel adviseur: goed financieel advies vooraf is namelijk altijd onontbeerlijk.

Afronden

Dat de NHG-grens steeds hoger wordt, komt omdat de garantie gekoppeld is aan de gemiddelde koopsommen van aangekochte woningen in de maanden juni, juli en augustus van het voorgaande jaar. Dit jaar berekende het Kadaster dat huizen in die maanden samen voor gemiddeld 309.203 euro werden verkocht. Omdat NHG afrondt op vijfduizend euro of een veelvoud hiervan, komt de grens daarom per 1 januari aanstaande uit op de genoemde 310 duizend euro.